Apotheek W.F. van Heemskerck Duker

Kerkbrink 18 1211BX Hilversum Tel:035-6214141 Fax:035-6237362

Medische Encyclopedie

Inhoud

thiamazol

Thiamazol remt een te snel werkende schildklier af.

Artsen schrijven het voor bij een te snel werkende schildklier.

Wat doet thiamazol en waarbij gebruik ik het?

Te snelle schildklierwerking

Verschijnselen
Als de schildklier te hard werkt, maakt hij te veel schildklierhormoon aan. Hierdoor ontstaan klachten als hartkloppingen, kortademigheid, transpireren, diarree en vermagering bij een normale eetlust. Een te snelle schildklierwerking wordt ook wel hyperthyreoïdie genoemd.

Aanval van een te snel werkende schildklier (thyreotoxische storm)
Heel zelden veroorzaakt de grote hoeveelheid schildklierhormonen een plotselinge en ernstige toename van de ziekteverschijnselen. Dit wordt een thyreotoxische storm genoemd.

Een thyreotoxische storm moet snel worden behandeld. Behalve medicijnen die de schildklier afremmen, schrijven artsen vaak ook gedurende enkele dagen kaliumjodide voor. Het vermindert de aanmaak en vrijzetting van schildklierhormonen.

Werking
Thiamazol remt de aanmaak van schildklierhormoon in de schildklier, waardoor de klachten verminderen of verdwijnen.

Artsen combineren de behandeling met thiamazol vaak met het schildklierhormoon levothyroxine. Op deze manier is de werking van de schildklier beter onder controle te houden.

Soms schrijft uw arts u in de eerste weken als thiamazol nog onvoldoende effect heeft, een hartmiddel voor, zoals propranolol of metoprolol. Deze gaat dan de verschijnselen van de te hoge schildklierwerking, zoals hartkloppingen, tegen.

Effect
Het kan enkele dagen tot weken duren voor u effect merkt, omdat de schildklier altijd wat hormoon op voorraad heeft en thiamazol de vrijgifte van deze voorraad niet kan tegenhouden. Hoe snel thiamazol werkt, hangt daarom vooral af van de hoeveelheid schildklierhormoon dat nog in uw lichaam en schildklier aanwezig is. Meestal is de schildklierwerking binnen zes weken stabiel.

Lees meer over te snelle schildklierwerking . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u huiduitslag, galbulten en jeuk.

    In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige huidafwijking met blaarvorming. Stop dan met het gebruik en raadpleeg uw arts. U mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor thiamazol. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Gewrichtspijn

    Deze klacht verdwijnt vaak na enige weken. Is dit niet het geval, raadpleeg dan uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Te traag werkende schildklier en vergroting van de schildklier (struma).

    Overleg dan met uw arts, het kan zijn dat de behandeling moet worden aangepast.

  • Smaakverlies

    Dit herstelt zich als u stopt met het gebruik. Heeft u hier veel last van, raadpleeg dan uw arts.

  • Te weinig witte bloedcellen (agranulocytose). Hierdoor bent u sneller ziek. Krijgt u last van koorts, keelpijn, blaasjes in de mond of neusbloedingen? Neem dan direct contact op met uw arts.

    De kans op agranulocytose is het grootst in de eerste 3 maanden van de behandeling. Als u last krijgt van deze bijwerking zal uw arts uw bloed controleren.

  • Leveraandoeningen en aandoening van de alvleesklier. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid.

    Waarschuw dan direct een arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik thiamazol gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • De antistollingsmedicijnen, acenocoumarol en fenprocoumon. De werking van acenocoumarol en fenprocoumon kan afnemen. Meld het aan de trombosedienst als u thiamazol gaat gebruiken. Ook als de dosering van thiamazol wijzigt of als u stopt met thiamazol, moet u de trombosedienst hierover inlichten.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Als u dit medicijn gebruikt en u denkt erover zwanger te worden, overleg dan met uw arts. Er is een kleine kans dat dit medicijn schildklierafwijkingen en andere aangeboren afwijkingen veroorzaakt bij het ongeboren kind. Maar een te snel werkende schildklier bij de moeder kan ook schadelijk voor de baby zijn. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen. Dit medicijn kan tijdens de zwangerschap alleen gebruikt worden onder uitvoerige controle door een specialist.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Dit medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk. 

  • Gebruikt u 20 mg per dag of minder? U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Er zijn geen bijwerkingen bij het kind gemeld.
  • Gebruikt u meer dan 20 mg per dag? Dan kan uw arts besluiten de schildklierfunctie van uw kind te controleren.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Wanneer?

  • Bij een te snel werkende schildklier: u mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u een vast tijdstip kiezen. Dan vergeet u minder snel een dosis. ’s Ochtends is daarvoor vaak het beste tijdstip, zeker wanneer u ook het schildklierhormoon levothyroxine gebruikt.
  • Bij een thyreotoxische storm: bij een dreigende aanval moet u meestal eerst dit medicijn innemen. Vanaf een uur hierna start u met kaliumjodide.

Hoe lang?
Na 4 tot 6 weken kan de arts beoordelen of de dosering moet worden veranderd. Meestal duurt de behandeling daarna een jaar tot anderhalf jaar. De schildklierwerking moet namelijk ten minste 12 maanden achtereen stabiel blijven. Mogelijk moet u op een gegeven moment ook levothyroxine (schildklierhormoon) gebruiken, om de schildklierwerking beter onder controle te houden.

Terug naar overzicht