Apotheek W.F. van Heemskerck Duker

Kerkbrink 18 1211BX Hilversum Tel:035-6214141 Fax:035-6237362

Medische Encyclopedie

Inhoud

topiramaat

Topiramaat beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.

Artsen schrijven het voor bij epilepsie en migraine.

Wat doet topiramaat en waarbij gebruik ik het?

Epilepsie

Er zijn verschillende vormen van epilepsie. Bij veel vormen is sprake van epileptische aanvallen, waarbij men het bewustzijn verliest en de spieren verkrampen. De spierschokken kunnen meer of minder hevig zijn. Soms zijn er geen spierschokken en is men alleen een paar seconden afwezig (absences).
Er zijn ook lichtere aanvallen zonder bewusteloosheid. Daarbij voelt u alleen tintelingen in een arm, hoort of ziet u dingen die er niet zijn, of zijn er lichte bewegingen (friemelen, smakken) merkbaar. 

Het syndroom van Lennox-Gastaut is een bepaalde vorm van epilepsie die begint bij kinderen tussen 3 en 6 jaar. Kinderen hebben hierbij verschillende soorten epilepsie-aanvallen naast elkaar. Ze kunnen periodes van afwezigheid hebben gedurende enkele seconden (absences). Verder aanvallen waarbij het lichaam verstijft, of juist verslapt, of aanvallen met schokkende bewegingen. Door de epilepsie kan de ontwikkeling van het kind tot stilstand komen. Een groot gedeelte van deze kinderen heeft ook op volwassen leeftijd epilepsie-aanvallen.

Oorzaak
Bij een aanval van epilepsie verloopt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen niet goed. Prikkels in de hersenen kunnen hierdoor epileptische aanvallen veroorzaken.

Epilepsie kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld: zuurstofgebrek tijdens de geboorte, een hersenvliesontsteking, een ongeval, een beroerte of (zelden) een hersentumor. Bij een bepaalde vorm van epilepsie kunnen lichtflitsen (TV, computergames, discolicht) een aanval uitlokken. Meestal is de oorzaak echter onbekend en is er sprake van aanleg. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan maar begint meestal op de kinderleeftijd.

Behandeling
Er zijn verschillende medicijnen tegen epilepsie. Bij de keuze van een medicijn voor de behandeling van epilepsie volgt uw arts meestal een schema. Topiramaat wordt meestal pas gebruikt als de eerste-keusmiddelen bij epilepsie niet voldoende werken of te veel bijwerkingen geven. Het kan alleen of in combinatie met andere epilepsiemiddelen worden gebruikt.

Werking
Topiramaat beïnvloedt de informatieoverdracht tussen zenuwcellen in de hersenen. Het maakt de zenuwen minder prikkelbaar, zodat ze niet te snel reageren. Hierdoor helpt het bepaalde epilepsieaanvallen te voorkomen.

Effect
Dit medicijn werkt niet altijd bij iedereen. Na een aantal weken zal duidelijk zijn of het voldoende werkt. U merkt dat doordat epilepsieaanvallen minder vaak optreden en minder heftig zijn of helemaal verdwijnen. 

Lees meer over epilepsie . “

Migraine

Verschijnselen
Bij migraine heeft u last van bonzende hoofdpijn, meestal aan één kant van het hoofd. Ook zijn mensen met migraine vaak misselijk en overgevoelig voor licht en geluid. Sommige vrouwen hebben aanvallen rond de menstruatie. Een migraineaanval kan 4 uur tot 3 dagen aanhouden.

Behandeling 
Om de aanval te stoppen, kunt u een pijnstiller gebruiken en eventueel een medicijn tegen de misselijkheid.
Als u meer dan 2 aanvallen per maand heeft, is het zinvol een medicijn te proberen dat de aanvallen voorkómt. Artsen schrijven hiervoor in eerste instantie een bètablokker voor, zoals metoprolol. Als dit niet voldoende helpt kan de arts topiramaat voorschrijven.

Effect
Het effect kunt u meestal pas na 3 maanden beoordelen. Als u na 3 maanden nog geen verbetering merkt, overleg dan met uw arts.

 

Lees meer over migraine . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

Om de kans op bijwerkingen aan het begin van de behandeling te verkleinen, moet u starten met een lage dosering. De dosering wordt daarna geleidelijk opgebouwd.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en diarree, zelden braken, brandend maagzuur, maagpijn, opgeblazen gevoel, verstopping, winderigheid en buikpijn.

    U kunt misselijkheid voorkomen door het medicijn met wat voedsel in te nemen.

  • Verminderde eetlust, waardoor uw gewicht kan afnemen.

    In zeldzame gevallen neemt de eetlust juist toe, waardoor u zwaarder kunt worden.

  • Vermoeidheid, duizeligheid, slaperigheid.

    Dit gaat meestal over als u een week lang dezelfde dosering gebruikt. Uw lichaam went er dan aan. Maar zolang de dosering nog wordt opgebouwd, kunt u last hebben van deze bijwerking. Voorkom ongelukken bij activiteiten thuis, op het werk en in het verkeer. Bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, apparaten bedient en op het werk iets bewaakt of controleeert.

  • Keelpijn, loopneus of verstopte neus.

    Zelden bloedneus, hoesten en kortademigheid, vooral bij inspanning.

  • Doof of tintelend gevoel in armen of benen.

  • Depressieve gevoelens.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Psychische klachten, zoals angstgevoelens, prikkelbaarheid of agressie, opgewonden of juist sloom en onverschillig gedrag, verwardheid, waandenkbeelden.

    Zeer zelden paniekaanvallen, hallucinaties, zelfmoordgedachten of ernstige sufheid. Overleg met uw arts, als u deze klachten merkt.
    Mensen met schizofrenie, waandenkbeelden, hallucinaties of ernstige verwardheid (psychosen) kunnen meer klachten krijgen. Overleg met uw psychiater voor u dit medicijn gaat gebruiken.

  • Problemen met geheugen, oriëntatie en concentratie, moeilijker praten.

    Zeer zelden moeite met lezen, leren en alledaagse handelingen uit te voeren.

  • Trillende handen.

  • Slap of zwak gevoel, sufheid, slapeloosheid.

  • Droge mond, verandering van smaak, prikkelend of branderig gevoel van de tong of in de mond.

    Zeer zelden bloedend tandvlees, te veel speeksel, slechte adem, dorst. Door een droge mond kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren als u dit medicijn gedurende verschillende weken gebruikt.

  • Bewegingsstoornissen, zoals een onzekere gang bij het lopen, evenwichtsproblemen, neiging tot vallen. Ook schrijven of andere taken waarbij fijne motoriek nodig is, kunnen moeilijker en slordiger gaan.

    Raadpleeg uw arts als u dit merkt.

  • Dubbelzien, wazig zien, geen fel licht kunnen verdragen, nachtblindheid, sterretjes zien, nauwer gezichtsveld en andere problemen met zien.

    Zeer zelden droge ogen, of juist meer tranenvloed. Zeer zelden stijgt de oogboldruk, vooral tijdens de eerste maand van gebruik. Heeft u al glaucoom aan één of beide ogen? Overleg dan met uw arts over extra controle door de oogarts.

  • Draaierig gevoel, oorsuizen, oorpijn, doofheid.

    Bij oorsuizen of andere gehoorklachten de arts raadplegen.

  • Huiduitslag, jeuk, haaruitval.

    Zeer zelden droge huid, minder zweten, huidverkleuring.

  • Spierpijn, slappe spieren, gewrichtspijn, spierkramp.

    Zeer zelden stijve spieren.

  • Problemen met plassen, zoals vaak kleine beetjes plassen, pijn bij het plassen, moeite om de plas op te houden.

    Zelden kunnen nierstenen ontstaan. Waarschuw uw arts bij pijn in uw zij en bloed in de urine. U kunt nierstenen voorkomen door voldoende te drinken. Voor volwassenen is dit 2 liter per dag.

  • Bloedarmoede. U merkt dat onder andere aan een extreme vermoeidheid, een bleke huid en slijmvliezen.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, rode ontstoken huid, galbulten of jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts.
    Zeer zelden kunt u zwellingen krijgen in het gezicht, de lippen, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Waarschuw dan direct een arts.
    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. In dit geval moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Impotentie, minder zin in vrijen, moeilijker orgasme.

  • Minder goed kunnen ruiken, reukstoornissen.

  • Ontsteking van de alvleesklier of van de lever en bloedafwijkingen. Bij plotselinge hevige pijn in de bovenbuik, een gele kleur van huid of oogwit, onverklaarbare blauwe plekken of keelpijn met koorts en blaren in de mond moet u direct een arts waarschuwen.

  • Teveel ammoniak in het bloed. U wordt dan suf, moet braken en beweegt moeilijk.

    Waarschuw dan direct een arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik topiramaat gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met veel andere medicijnen. In de tekst hieronder staan meestal alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze middelen is meestal op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u twee of meer van dergelijke middelen gebruikt.
  • Anticonceptiepil. Topiramaat vermindert de betrouwbaarheid van de pil. Hierdoor stijgt de kans op een zwangerschap. Mogelijk vervangt uw arts topiramaat voor een ander medicijn. Of misschien krijgt u een ander anticonceptiemiddel, zoals een spiraaltje of de prikpil. Als dit niet mogelijk is, kunt u condooms als aanvulling op de pil gebruiken. Als u stopt met topiramaat is het effect op de hormonen nog 4 weken aanwezig. Gebruik daarom condooms tijdens en tot en met 4 weken na het stoppen van topiramaat.
    Let op: ook de vaginale ring en de anticonceptiepleister worden door topiramaat minder betrouwbaar. Overleg hierover met uw arts.
  • Lithium, een medicijn tegen manie en depressie. De hoeveelheid lithium in het bloed kan toenemen. Hierdoor kunt u meer last krijgen van bijwerkingen zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Onderstaande medicijnen verminderen de werking van topiramaat. Als u deze medicijnen moet gebruiken, zal de arts de werking van topiramaat extra controleren en de dosering van topiramaat aanpassen. Ook als u enkele weken geleden bent gestopt met deze medicijnen kan het effect op topiramaat er nog zijn. De arts zal de dosering van topiramaat pas na enkele weken aanpassen.

  • De andere medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon.
  • Rifabutine en rifampicine, antibiotica tegen tuberculose.
  • Sint-janskruid (hypericum), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten. Overleg met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals duizelig, moe en slaperig zijn, verward zijn, problemen met uw geheugen en concentreren en dubbelzien.

U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u 1 week dezelfde dosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen. Na 1 week dezelfde dosering gebruiken, zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Let op: als u epilepsie heeft, mag u vaak niet autorijden. Of u mag autorijden, hangt af van bepaalde keuringseisen. Overleg hierover met uw arts. Ook heeft het Epilepsiefonds meer informatie over het deelnemen aan het verkeer met epilepsie. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra suf of slaperig worden. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U mag dit medicijn NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Dit medicijn is schadelijk voor de baby. Er is grotere kans op aangeboren afwijkingen bij de baby, zoals een gespleten gehemelte en/of lip. Ook zijn langetermijneffecten gemeld, zoals een verstandelijke beperking, autisme en ADHD.

Vrouwen moeten voor gebruik zeker weten dat ze niet zwanger zijn.

  • Bent u een vrouw in de vruchtbare leeftijd? Gebruik dan een goede anticonceptiemethode. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal ook een zwangerschapstest uitvoeren.
  • Heeft u een kinderwens? Stop niet met de anticonceptie of met topiramaat vóórdat u met uw arts heeft gesproken. Uw arts zal proberen u overzetten op een ander medicijn dat minder schadelijk is voor de baby.
  • Bent u al zwanger? Neem dan direct contact op met uw arts. Dit medicijn kan schadelijk zijn voor het kind; maar een epilepsieaanval is dat ook. Overleg met de uw arts over voor- en nadelen van topiramaat.
  • Gebruik in elk geval foliumzuur vanaf een maand voor het moment dat u zwanger wilt worden tot en met week 10 van de zwangerschap. U vermindert hiermee de kans op aangeboren afwijkingen.


Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Dit medicijn komt in de moedermelk terecht. Het is niet bekend of dit schadelijk is voor de baby. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Als u dit medicijn toch moet gebruiken en u wilt borstvoeding blijven geven, is het belangrijk de baby goed te controleren op niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

Gebruikt u een combinatie van epilepsiemiddelen? Geef dan geen borstvoeding. Het blijkt dat combinaties van epilepsiemiddelen meer risico’s geven op bijwerkingen bij de zuigeling zoals niet goed willen drinken, overgeven, sufheid en prikkelbaarheid.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?
De tabletten en capsules heel doorslikken, zonder te kauwen, met minstens een half glas water.

Capsules mag u openmaken, als u problemen hebt met heel doorslikken. Strooi de korrels op een theelepel met zacht voedsel, bijvoorbeeld appelmoes of yoghurt. Slik het voedsel met de korrels heel door zonder er op te kauwen. Drink een half glas water na.

Wanneer? 
U mag het medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Als u het 1 keer per dag gebruikt: bij voorkeur in de avond. Als u het 2 keer per dag gebruikt: in de ochtend en in de avond.

Hoelang?

Epilepsie
U zult dit medicijn waarschijnlijk langdurig moeten gebruiken. Na enkele weken tot maanden zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering.

Migraine
Na enkele weken tot maanden zal uw arts met u bekijken of het voldoende werkzaam is. Het kan zijn dat de arts de dosering tussentijds aanpast. Als bij u het aantal aanvallen afneemt en u niet te veel last heeft van bijwerkingen, kunt u het langdurig gebruiken.

Terug naar overzicht