Apotheek W.F. van Heemskerck Duker

Kerkbrink 18 1211BX Hilversum Tel:035-6214141 Fax:035-6237362

Medische Encyclopedie

Inhoud

tramadol

Tramadol is een morfineachtige pijnstiller (opiaat). Het heeft een sterke pijnstillende werking.

Artsen schrijven het voor bij plotselinge of langdurige hevige pijn. Soms schrijven artsen het voor bij seksuele stoornissen (voortijdige zaadlozing).

Wat doet tramadol en waarbij gebruik ik het?

Pijn

Pijn bestaat in verschillende vormen. Pijn kan komen door een beschadiging in uw lichaam of als iets niet werkt zoals het hoort. De zenuwen in het beschadigde lichaamsdeel geven een seintje naar uw hersenen en u voelt pijn. Soms heeft pijn geen duidelijke oorzaak en weten we niet waar de pijn vandaan komt.

Behandeling
In de meeste gevallen is paracetamol de veiligste manier om pijn te bestrijden. Dit heeft de minste bijwerkingen en werkt meestal goed. Als dit onvoldoende werkt of wanneer er sprake is van een ontsteking, schrijft uw arts meestal een ontstekingremmende pijnstiller voor, zoals ibuprofen of diclofenac.

Werkt deze pijnstiller onvoldoende dan kan uw arts tramadol voorschrijven. Soms combineert de arts tramadol met paracetamol of een ontstekingsremmende pijnstiller.

Werking
Tramadol zorgt ervoor dat het signaal in de hersenen niet of minder sterk aankomt. Hierdoor voelt u de pijn minder en reageert u er rustiger op.

Bij de gewone capsules, oplostabletten, bruistabletten en druppels merkt u dat de pijn binnen 1 uur vermindert. De zetpillen werken langzamer.

De werking van de zetpillen, druppels, gewone capsules, oplostabletten en bruistabletten houdt 6-8 uur aan. De tabletten en capsules met gereguleerde afgifte werken ongeveer 12 uur. De ‘Once Daily’ tabletten werken ongeveer 24 uur.

Lees meer over pijn . “

Artrose

Verschijnselen
Artrose is een aandoening van het kraakbeen in een gewricht. Het kraakbeen bekleedt de botuiteinden in het gewricht. Bij artrose is het kraakbeen aangetast, meestal in de heup of knie.

Dit veroorzaakt pijn en stijfheid. Hierdoor kunt u moeite hebben met bewegen en problemen hebben met slapen. De klachten kunnen verdwijnen of af en toe terugkomen.

Behandeling
De klachten kunnen verminderen door het pijnlijke gewricht te bewegen en de spieren te trainen. Maar voorkom wel overbelasting van het gewricht.

Bij pijn is paracetamol de beste keus. Dit heeft de minste bijwerkingen en werkt meestal goed. Werkt paracetamol na twee weken onvoldoende, dan kan de arts ook een ontstekingsremmende pijnstiller voorschrijven, zoals ibuprofen, diclofenac of naproxen. Werkt dit onvoldoende, dan kan uw arts tramadol voorschrijven.

Werking
Tramadol zorgt ervoor dat het signaal in de hersenen niet of minder sterk aankomt. Hierdoor voelt u de pijn minder en reageert u er rustiger op.

Bij de gewone capsules, bruistabletten en druppels merkt u dat de pijn binnen 1 uur vermindert. De zetpillen werken langzamer.

De werking van de zetpillen en gewone capsules houdt 6-8 uur aan. De tabletten en capsules met gereguleerde afgifte werken ongeveer 12 uur. De ‘Once Daily’ tabletten werken ongeveer 24 uur.

Lees meer over artrose . “

Seksuele stoornissen

Verschijnselen
Er bestaan verschillende seksuele stoornissen. Een vroegtijdige zaadlozing betekent dat de zaadlozing sneller komt dan de man of zijn partner wenst. Als de penis niet stijf wordt of niet lang genoeg stijf blijft, spreken we van een erectiestoornis. Ook minder zin in vrijen kan een seksuele stoornis zijn.

Oorzaak
Een te vroege zaadlozing komt veel voor in de puberteit. Dit gaat meestal vanzelf voorbij. Soms blijven de klachten.

Een vroegtijdige zaadlozing kan verschillende oorzaken hebben, zoals gevoelens, een erectieprobleem, ontsteking van de prostaat,  schildklierafwijkingen, medicijnen of een zenuwaandoening.

Behandeling
Praat over uw problemen met uw partner. Ook gesprekken met een arts kunnen de klachten verminderen.

Bij een vroegtijdige zaadlozing helpen soms serotonineheropnameremmers, zoals sertraline. Deze medicijnen worden oorspronkelijk gebruikt bij depressiviteit, maar verlengen ook de tijd tot de zaadlozing. Als u deze medicijnen niet kunt of mag gebruiken, kan de arts tramadol voorschrijven.

Gebruik tramadol alleen vóór het vrijen. U moet het dan 2 uur voor het vrijen innemen.

Lees meer over seksuele stoornissen . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Sufheid, slaperigheid, algemeen gevoel van zwakte, een draaierig gevoel en een verminderd reactievermogen.

    Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten, zeker niet de eerste twee weken van de behandeling, als u nog aan het medicijn moet wennen.

  • Misselijkheid, soms met braken.

    Meestal gaat deze bijwerking over als u na enkele dagen aan dit medicijn gewend bent geraakt. Meestal helpt het om even te gaan liggen als u zich misselijk voelt.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Verstopping (obstipatie)

    Gebruik, als dat mogelijk is, vezelrijke voeding en drink veel. Soms schrijven artsen bij dit medicijn een laxeermiddel voor. Raadpleeg uw arts als u door tramadol last heeft van verstopping.

  • Droge mond

    Hierdoor ontstaan sneller gaatjes in uw gebit. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren als u dit medicijn gedurende verschillende weken gebruikt. Als u veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom, ananasblokjes of door te zuigen op ijsblokjes. Verder kunt u sterk gekruide, droge en harde voeding beter vermijden, uw voeding vochtig maken met jus of vruchtenmoes en samen met voedsel vocht innemen.

  • Duizeligheid

    Vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Dit gaat in het algemeen over als u na een paar dagen gewend bent geraakt aan dit medicijn. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best dan even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.

  • Jeuk, huiduitslag, roodheid en galbulten.

    Dit kan wijzen op overgevoeligheid. Neem contact op met uw arts, zodat deze kan bepalen of u overgevoelig voor dit medicijn bent.

  • Zweten en hoofdpijn.

    Deze bijwerkingen zijn niet gevaarlijk. Geef wel aan uw arts door als u er veel last van heeft.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Moeilijk kunnen plassen.

    Dit is vooral van belang als u al moeite met plassen heeft door een vergrote prostaat. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u.

  • Bemoeilijkte ademhaling

    Dit treedt alleen op bij hoge doseringen tramadol.

  • Psychische klachten

    Psychische klachten, zoals in de war zijn (verwardheid), moeite met slapen, nachtmerries en depressiviteit kunnen voorkomen. Heeft u hier veel last van, raadpleeg dan uw arts.

  • Klachten die lijken op de ziekte van Parkinson, zoals beven, onvrijwillige spiertrekkingen en vreemde bewegingen.

    Mensen met de ziekte van Parkinson zijn extra gevoelig voor deze bijwerking. Ook maakt dit medicijn bij mensen met de ziekte van Parkinson gevoeliger voor andere bijwerkingen, zoals in de war zijn en dingen zien en horen die er niet zijn. 

    Heeft u de ziekte van Parkinson? Dan mag u dit medicijn niet gebruiken. Overleg met uw arts. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn.

    U merkt dit aan opgezwollen lippen, tong of gezicht, benauwdheid of flauwvallen. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidziekte ontstaan met blaarvorming of loslating van de huid. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop dan met het gebruik en waarschuw in deze gevallen een arts, of ga naar de Eerste-hulpdienst. U mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor tramadol. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of daarop lijkende medicijnen niet opnieuw krijgt.

  • Epileptische aanvallen

    Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen. Overleg hierover met uw arts.

  • Slaap-apneu, een kortdurende periode van ademstilstand tijdens de slaap.

    Dit medicijn kan slaap-apneu veroorzaken. Als u al eerder last van slaap-apneu heeft gehad, kunt u hier meer last van krijgen. Neem contact op met uw arts als u merkt dat u nachtelijke aanvallen van stokkende ademhaling heeft of wanneer deze verergeren.

  • Een verhoogd risico op hartritmestoornissen.

    U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Dit is vooral van belang voor mensen met een bepaalde hartritmestoornis, namelijk het verlengde QT-interval. Gebruik dit middel NIET als u deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel. Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartziekte, hebben mogelijk ook een grotere kans op hartritmestoornissen. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel. Als u dit middel toch moet gebruiken, zal uw arts u extra controleren.

  • Moeite met praten en hik.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Wazig zien

  • Serotoninesyndroom, een ernstige bijwerking met verschijnselen zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, in de war zijn, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

    Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg uw arts als u twijfelt, omdat het een ernstige bijwerking is. Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u door de verwardheid en het verminderde bewustzijn de bijwerkingen mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

  • Minder goed werkende bijnierschors.

    U merkt dit aan klachten als erg zwak en moe zijn, afvallen, misselijk zijn, overgeven of een lagere bloeddruk. Waarschuw uw arts als u hier last van heeft.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik tramadol gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u twee of meer van dergelijke medicijnen gebruikt.
  • Medicijnen tegen depressie citalopram, duloxetine, escitalopram, fenelzine, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline, tranylcypromin, venlafaxine en vortioxetine en het medicijn tegen te snelle zaadlozing dapoxetine. In combinatie met tramadol is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom. Overleg hierover met uw arts. Als u de combinatie gebruikt let dan op de verschijnselen, zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn. Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is. Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.
  • Naltrexon. Dit is een medicijn dat de werking van tramadol en andere sterkwerkende morfine-achtige pijnstillers tegengaat. Het kan juist om deze reden worden gebruikt, bij mensen die een overdosis tramadol hebben binnen gekregen. Naltrexon wordt echter ook gebruikt bij mensen die alcoholverslaafd zijn. Mensen die het om die reden gebruiken, moeten er rekening mee houden dat morfineachtige pijnstillers bij hen minder werkzaam zijn. Als u al tramadol gebruikt en u krijgt naltrexon erbij kunt u last krijgen van ontwenningsverschijnselen.
  • Pentazocine, buprenorfine, nalmefeen en nalbufine zijn pijnstillers die de werking van tramadol tegengaan. Als u tramadol gebruikt en u krijgt één van deze medicijnen erbij, kunt u last krijgen van ontwenningsverschijnselen. Overleg hierover met uw arts.
  • Sommige medicijnen tegen hiv (het virus waar u aids van kunt krijgen). Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Wilt u weten of u met dit medicijn mag autorijden? Beantwoord dan de vragen in het schema hieronder.

 

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Beperk het gebruik van alcohol en drink het liever niet. Door dit medicijn reageert u veel sterker op alcohol dan u gewend bent. Bovendien versterkt alcohol de bijwerkingen van dit medicijn, zoals sufheid en slaperigheid.

alles eten?
U mag alles eten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of dit binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is onvoldoende bekend om zeker te weten of het veilig is. Weeg daarom samen met uw arts de ernst van uw klachten af tegen het risico voor het kind.

Gebruik dit medicijn NIET vlak voor de bevalling. Bij gebruik vlak voor de bevalling kan uw kind na de geboorte moeite hebben met ademhalen. Bovendien kunnen bij gebruik in de laatste 3 maanden van de zwangerschap ontwenningsverschijnselen bij de baby ontstaan.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig voor een korte periode gebruiken als u borstvoeding geeft, bijvoorbeeld enkele dagen. Dit medicijn komt in een zeer kleine hoeveelheid in de moedermelk.

Als u dit medicijn voor een langere periode gebruikt kan uw kind ademhalingsproblemen krijgen. Bovendien kan het toeschieten van de moedermelk worden geremd. Overleg hierover met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Gewone capsules: innemen met een half glas water.
  • Oplostabletten (‘disp’ of ‘disper’): laat de tablet uit elkaar vallen in water. Roer en drink op. Spoel het glas daarna met water en drink dat ook op.
  • Langwerkende tabletten (met vertraagde afgifte, ‘retard’): slik de tabletten geheel door met een half glas water. De tabletten mag u niet kauwen of fijnmaken. Want dan komen alle werkzame stoffen tegelijk vrij. Deze tabletten gemaakt om langzaam op te lossen. Zo geven ze minder bijwerkingen en werken ze langer.
  • Langwerkende capsules (met vertraagde afgifte, ‘retard’): slik de capsules met een half glas water. De capsules mogen ook uit elkaar worden gehaald voordat u ze slikt. De korrels uit de capsules mag u niet kauwen of fijnmaken. Want dan komen alle werkzame stoffen tegelijk vrij. De korrels zijn gemaakt om langzaam op te lossen. Zo geven ze minder bijwerkingen en werken ze langer.
  • Bruistabletten: doe de bruistablet in een half glas water, wacht tot het bruisen is gestopt en drink het glas leeg. Spoel het glas daarna na met een beetje water en drink dat ook op.
  • Zetpillen: breng de zetpil in uw poepgat (anus) in. Het maakt niet uit of u de zetpil met de punt naar voren of met de punt naar achter inbrengt. Maak de zetpil nat met een beetje water. Dan kunt u hem wat makkelijker inbrengen.
  • Druppels: druppel het voorgeschreven aantal druppels in een glas water. Drink de drank helemaal op. Spoel het glas daarna na met een beetje water en drink dat ook op.

Wanneer?
Het maakt niet uit op welke momenten u dit medicijn gebruikt. Wel raadt de arts u meestal aan dit medicijn altijd op dezelfde tijden te nemen en niet te wachten tot de pijn weer toeneemt.

Hoelang?
Gebruik tramadol zo lang uw arts aangeeft dat dit nodig is. Als u dit medicijn gedurende meerdere maanden gebruikt, is er een kans dat u er gewend aan raakt en er alleen geleidelijk mee kunt stoppen.

Terug naar overzicht